Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

 

Artikel 9.7 Samenstelling raad van toezicht
1
De raad van toezicht bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden.
2
De voorzitter en de andere leden worden door Onze minister benoemd, geschorst en ontslagen. Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen. Onze minister benoemt een lid dat in het bijzonder het vertrouwen geniet van de universiteitsraad, dan wel het vertrouwen geniet van de ondernemingsraad en het orgaan dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, tweede volzin, is ingesteld, gezamenlijk. De benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste vier jaren.
3
Alvorens tot benoeming of ontslag van een lid van de raad van toezicht over te gaan, hoort Onze minister de universiteitsraad, dan wel de ondernemingsraad en het orgaan binnen de universiteit dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, tweede volzin, is ingesteld, vertrouwelijk over het door hem voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag. Titel 2 van dit hoofdstuk is niet van toepassing. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.
4
Een lid kan om gewichtige redenen tussentijds worden ontslagen.
5
Een lid van de raad van toezicht kan niet tevens:
a
voor het merendeel van zijn arbeidstijd personeelslid zijn van een in de bijlage van deze wet opgenomen universiteit of voor het merendeel werkzaam zijn aan een onderzoekinstituut of onderzoekschool,
b
werkzaam zijn bij een departement van algemeen bestuur, of
c
lid zijn van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal.
6
Het college van bestuur voorziet in de administratieve ondersteuning van de raad van toezicht.
7
De leden van het college van bestuur wonen de vergaderingen van de raad van toezicht bij, tenzij de raad anders beslist. Zij hebben daarin een adviserende stem.
8
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld omtrent tegemoetkomingen aan de leden van de raad van toezicht.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •